Van werkdruk naar werkgeluk Van werkdruk naar werkgeluk

tips van operando hoe zet je werkdruk om naar werkgeluk

Het is alom bekend dat er in de zorg een hoge werkdruk heerst. Ook onze eigen collega’s lopen er tegenaan dat ze beperkte tijd hebben per cliënt. Daarom hebben we besloten om een interactieve workshop te organiseren met het thema: van werkdruk naar werkgeluk. Vorige week was het zover en ik wil iedereen die erbij was bedanken voor hun bijdrage aan deze leerzame avond. We hebben een aantal goede tips gekregen en die zullen we natuurlijk niet voor onszelf houden, dus hier een blog met tips om met de werkdruk om te gaan.

Om te beginnen gaan de tekorten niet van de één op de andere dag opgelost worden. De werkdruk zal naar verwachting nog wel even aan blijven, daarom is het belangrijk dat je hier zelf goed mee om kunt gaan. Het draait om je grenzen stellen en om dat kleine woordje wat zo moeilijk is om uit te spreken: ‘nee’. Want als er iets is wat ons een schuldgevoel oplevert is het wel nee zeggen. Waarschijnlijk wil jouw zorg-hart voor iedereen klaar staan en iedereen helpen. Maar het is wel waar wat gezegd wordt: als je niet goed voor jezelf zorgt, kun je ook niet voor een ander zorgen.

Grenzen stellen is niet moeilijk

Het stellen van je grenzen is niet moeilijk, mits je weet wat je grenzen zijn. En er is maar één manier om daarachter te komen: door er overheen te gaan. Het is dan ook helemaal niet erg als je een keer over je grens heen gaat. Het wordt pas vervelend als je dit structureel doet.

Heb je al een aantal keer achter elkaar hoofdpijn na je dienst, dan probeert je lichaam je te vertellen dat je over je grens heen gaat. Ben je vermoeider dan anders, neem dan wat meer rust, je lichaam vraagt erom.

Als je je grenzen helder hebt, kun je eraan werken om erbinnen te blijven. Dat houdt in dat je niet meteen ‘ja’ roept bij ieder verzoek, maar bij jezelf nagaat of je de ander wil helpen of niet.

Het gaat niet om het woord ‘ja’ of ‘nee’, maar om wat werkelijk belangrijk is. Waarom je iets wel of niet doet. Onderzoek waar jouw weerstand zit om nee te zeggen, of waar je bang voor bent. Onderzoek je gevoelens hierover. Zijn die terecht? Waarschijnlijk?

“Het is haast onmogelijk om nee te zeggen als er binnen jezelf geen luider ja klinkt. Als je zelf niet helder voor ogen hebt wat belangrijk voor je is, dan is nee zeggen heel lastig” – Stephen Covey

Vind je dit lastig? Hier zijn een aantal tips:

  1. Vraag om bedenktijd. Zeg: ‘Ik denk er even over na, is het goed dat ik je het morgen laat weten?’ Zo heb je de tijd om de consequenties te overzien en te kijken of je het wil doen.
  2. Je hoeft niet altijd een excuus te hebben. We zijn geneigd te denken dat je alleen maar nee mag zeggen als je echt niet kan en dat je jouw nee moet verantwoorden. Dat hoeft niet. Zeg bijvoorbeeld: ‘Nee, helaas, dat gaat me niet lukken met alles wat ik deze weken al heb staan’.
  3. Een andere tip die onze eigen collega gebruikt is om de afspraak met jezelf te maken dat je niet ‘ja’ zegt als je iets niet wil/kan doen. Krijg je een verzoek waar je niet op in wil gaan, dan kun je zeggen: ‘Nee, sorry. Ik heb een afspraak’.

Ook belangrijk: je mag erop terugkomen. Het is niet zo dat als je een afspraak hebt gemaakt dat je daar niet vanaf mag zien als je er spijt van hebt. Leg dan uit dat je te snel hebt toegezegd, maar het toch niet waar kan maken en je wil terugtrekken. Iedereen mag van gedachte veranderen.

Verder kan je ook akkoord gaan, maar er een voorwaarde aan koppelen. Daarvoor is wel een goed georganiseerde agenda belangrijk. Word je om een gunst gevraagd, dan kun je ‘ja’ zeggen gevolgd door wanneer je tijd hebt om dat te doen. Zo ben je behulpzaam, maar houd je zelf de regie in handen. Dan is de keus aan de ander om wel of niet op je voorstel in te gaan. Als de ander ‘nee’ zegt, hoef jij je niet schuldig te voelen.

De zachte nee

Een andere goede tip is om een zachte nee te geven. Die bouw je als volgt op:

  1. Erken en waardeer het verzoek.
  2. Jouw ja: in plaats van je te verontschuldigen, begin je door enthousiast te vertellen wat jouw prioriteit nu is en eventueel ook waarom dat zo belangrijk/ interessant/ betekenisvol voor je is.
  3. Jouw nee: leg uit dat je het jammer vindt dat je niet kan doen wat de ander vraagt.
  4. Eindig met warmte: misschien kun je een suggestie geven, of iets wat je later wel kunt doen zonder dat je nu je prioriteiten om moet gooien. Wens de ander het beste met het project.

Voorbeeld: Sandra werd gevraagd als voorzitter van een comité voor een maatschappelijk doel. Ze had er geen zin in. Ze werkte op dat moment aan een aantal andere belangrijke zaken, maar ze voelde zich er min of meer toe gedwongen en uiteindelijk stemde ze ermee in. Ze belde een goede vriendin op om te vragen of zij zitting in het comité wilde nemen. Haar vriendin luisterde aandachtig en zei: ‘Sandra, zo te horen gaat het om een schitterend project (erkenning en waardering). Ik voel me zeer gevleid dat je me daarvoor vraagt, maar om verschillende redenen kan ik er niet aan meedoen (haar ja, zonder ze naam te geven, gevolgd door haar nee). Nogmaals, ik vind het bijzonder aardig van je dat je mij ervoor gevraagd hebt’ (warme afsluiting).

Het is belangrijk om nee te kunnen zeggen en om verzoeken te kunnen weigeren, als jij dat zelf op dat moment wil. Doet de ander een beroep op je en wil (en kan) je er mee helpen: gewoon doen! Het gaat om jouw werkgeluk. Door dicht bij jezelf te blijven en je grenzen te erkennen, is het voor iedereen mogelijk om werkdruk om te zetten in werkgeluk. Want geluk zit in jezelf, niet in je omgeving.

Credits: Annemieke Schoemaker